Regi Van Acker: "Financiële gezondmaking primeert"

Maandag blaast Regi Van Acker een eerste keer verzamelen met zijn troepen. Zijn voorlopig 15-koppige kern komt dan op Zandberg bijeen voor de eerste training. Aan de vooravond van het nieuwe seizoen had het webteam een gesprek met onze hoofdcoach.

Periode van onzekerheid

Eendracht Aalst heeft een turbulente periode achter de rug met de weigering van de licentie voor tweede klasse, die nog betwist wordt bij de Rechtbank van Eerste Aanleg. Volgens Regi Van Acker is de sportieve onzekerheid slechts één aspect van de zaak: “We draaiden sportief een mooi seizoen en in dat opzicht is de gedwongen degradatie extra pijnlijk. Maar je moet het ook bekijken vanuit financieel oogpunt voor spelers en technische staf. Wij hebben bijna allemaal een gezin met kinderen, afbetalingen,… Op dat vlak was de voorbije periode mentaal zeer zwaar voor sommige jongens. Ondanks alle ontgoocheling en misnoegdheid over de degradatie is het nu belangrijk dat we de knop omdraaien. Alle neuzen moeten terug in dezelfde richting om collectief te werken aan de financiële gezondmaking van deze mooie club. Ik denk niet dat er binnen de club nog veel mensen zijn die geloven in tweede klasse. En laten we eerlijk zijn: als je nu ziet hoe onze kern voor volgend seizoen er momenteel uitziet, dan zou dat eigenlijk een vergiftigd geschenk zijn.”

Blijven of weggaan?

Ook bij onze trainer kwamen clubs aankloppen in het tussenseizoen. “Er was inderdaad interesse, trouwens niet alleen van Deinze. Ik heb echter een contract dat nog twee jaar loopt. Ik heb me hier altijd goed gevoeld in Aalst en ik heb ook nog een deeltijdse job buiten het voetbal die ik niet wil opgeven. Ik had bovendien enkele goede gesprekken met het bestuur en alles bij elkaar genomen is dit voor mij de beste optie. Ik ben wel van mening dat er nu dringend een klimaat van stabiliteit moet gecreëerd worden. Onze voorzitter moet daar aandacht voor hebben.”

Versterking

Er dreigde een leegloop maar een aantal sterkhouders zoals Van Den Noortgaete en Van Damme beloofden snel om trouw te blijven aan de club. “Dat is een goede zaak, nu is het de uitdaging om rond de ervaren mannen een jonge ploeg te smeden. Het vertrek van Vansimpsen en De Neve is wat mij betreft de zwaarste aderlating. Maar gedane zaken nemen geen keer. In de huidige kern ontbreek ik minstens nog een linksvoetige flankspeler en een kopbalsterke targetspits. Er moeten dus zeker nog versterkingen bij komen. Maar de vraag is natuurlijk waar we die gaan halen en hoeveel die mogen kosten. Ik hoop dat we alsnog enkele spelers aan de haak kunnen slaan die in eerste of tweede klasse uit de boot dreigen te vallen, en die liever elk weekend bij het eerste elftal van een traditieclub willen spelen – ook al is dat dan in derde klasse – dan weg te kwijnen bij een beloftenelftal. Er zal alleszins nog wat moeten bijkomen want met vijftien man maak je geen volledig seizoen rond. ”

Financiële gezondmaking

De versterkingen zullen dus moeten gebeuren binnen een aantal budgettaire beperkingen. “Ik heb begrepen van het bestuur dat het op financieel vlak zeer snel één en ander op orde wil brengen waardoor de sportieve ambities tijdelijk moeten teruggeschroefd worden. Als we daarin slagen, dan kunnen we op middellange termijn opnieuw een poging wagen om aansluiting te vinden bij het Belgisch profvoetbal. Dit jaar wordt op sportief vlak een overgangsjaar. De kern wordt gebouwd rond enkele sterkhouders aangevuld met een pak jongeren waarvan we nog niet weten hoe ze de stap naar derdeklassevoetbal gaan verteren. Vorig jaar hebben beloftevolle jongeren zoals de broers Geenens en Van Impe al eens mogen proeven van het eerste elftal, maar op dat moment mocht alles en moest niets. Hoe zal hun lichaam reageren op de verhoogde trainingsintensiteit? Hoe zullen ze mentaal omgaan met de druk als ze er elke week moeten staan als basisspeler? Als ik realistisch ben, dan denk ik dat we het komende seizoen moeten kunnen meedraaien in de middenmoot. En onze supporters zullen het niet graag horen, maar ik tip op FCV Dender als de te kloppen ploeg. Ook Oudenaarde, Hamme en Temse zie ik hoge ogen gooien.”